Niet Real Madrid, niet Barcelona, niet Bayern München, niet Manchester United.
Niet Juventus, niet AC Milan, niet Arsenal en niet Internazionale.
Een andere club heeft in de afgelopen dertien edities van de Champions League het meeste geld bij elkaar geharkt.
De Europese voetbalbond UEFA maakte dinsdag bekend hoe vorig seizoen de inkomsten uit het miljoenenbal zijn verdeeld onder de deelnemende teams. (Opvallend detail: winnaar Real Madrid kreeg niet het meeste geld.)
Aanleiding voor Business Insider om terug te kijken in de jaarverslagen, die tot het seizoen 2003/2004 terug te vinden zijn op de UEFA-site.
In dertien seizoenen Champions League is er meer dan 10 miljard euro verdeeld onder de 106 clubs die zich hebben weten te plaatsen. Dat gebeurt op vier manieren:
- Alle 32 clubs die zich voor de groepsfase plaatsen, krijgen een deelnamepremie. Afgelopen seizoen bedroeg die 12 miljoen euro.
- Dan is er de prestatiebonus. Een overwinning of gelijkspel in de groepsfase levert centen op, een verliesbeurt niets.
- Clubs die verder komen in het toernooi ontvangen een bedrag voor elke ronde die ze overleven.
- Tot slot is er de marketpool, de verdeling van de televisiegelden.
Tel je alles bij elkaar op, dan komt Chelsea als absolute grootverdiener uit de bus. De Londense club heeft 554,5 miljoen euro verdiend aan de Champions League sinds 2003, tevens het jaar dat de steenrijke Russische oligarch Roman Abramovitsj instapte bij The Blues.
Chelsea en de Champions League
Lange tijd is de Champions League een bron van frustratie voor voetballiefhebber Abramovitsj, die niets liever wil dan met zijn club de belangrijkste Europese prijs in de wacht slepen. Onder trainer José Mourinho kroont Chelsea zich twee keer kampioen van Engeland, maar Europees succes blijft uit.
Toppunt is de verloren finale van 2008. Aanvoerder John Terry krijgt tijdens de strafschoppenserie de kans om Chelsea naar de titel te schieten. Hij staat oog in oog met Edwin van der Sar, keeper van Manchester United. Een rake penalty en hij kan de 'cup met de grote oren' de lucht in hijsen.
Maar Terry glijdt uit tijdens de aanloop en schiet op de paal.
Vier jaar later neemt de Londsense club revanche door Bayern München in de finale te verslaan op strafschoppen.
De grafiek maakt nog iets anders duidelijk: Europese topclubs strijken het meeste geld op uit de deelname aan het miljoenenbal. En de kloof tussen grote en kleine competities dreigt nog groter te worden.
Onlangs besloot de UEFA dat vanaf het seizoen 2018-2019 de vier grootste Europese voetballanden vier vaste plekken krijgen in de groepsfase van de Champions League. Dat betekent dat 16 van de 32 plekken voor Spaanse, Duitse, Engelse en waarschijnlijk Italiaanse clubs zijn. Ze hoeven geen kwalificatie te spelen, zoals Ajax dit seizoen tegen FK Rostov.
Nu is het nog zo dat de top drie van de beste drie landen zich automatisch plaatst voor de groepsfase. De nummer vier in de eindrangschikking kan via de kwalificatie een plek afdwingen. Voor het vierde beste land van Europa liggen twee Champions League-tickets klaar en mag de op twee na beste club doorstromen naar de kwalificatieronde.
Niet voor niets praten kleinere voetballanden over het bundelen van de krachten. Zeker negen clubs zouden in gesprek zijn over een Noord-Atlantische competitie, waaronder Ajax, Feyenoord en PSV. Daarmee zouden topclubs uit Nederland, België, Schotland, Denemarken, Zweden en Noorwegen in dezelfde competitie uitkomen.